Waar slag in de lever Merckx zijn zesde Tourzege kostte
De Puy de Dôme is er opnieuw bij. Na 35 jaar mag het Tourpeloton nog eens de uitgedoofde vulkaan op. Eindelijk! Wat La Planche des Belles Filles voor deze lichting coureurs is, was de Puy de Dôme in de tijd van Eddy Merckx en superklimmer Lucien Van Impe. Spektakel gegarandeerd.
Wie vanuit ons land naar Clermont-Ferrand afzakt, ziet rechts van de autosnelweg in de verte de vulkaan opdoemen. De lavakoepel is gemakkelijk herkenbaar aan de hoge witte antenne in de Chaîne des Puys. De top ligt op 1.415 meter. De klim zelf vanuit de stad van de Michelin-banden is 14 kilometer lang. Vooral de laatste 4.500 meter is moordend zwaar. De klimgemiddeldes schommelen tussen de 11,4 en 12,2 procent, met zelfs een kleine uitschieter tot 15 procent.
Lucien Van Impe, Ex-Tourwinnaar
“Het is alsof je rond een kerstboom op een slinger naar de top rijdt”
“Eenmaal het hek van het natuurreservaat gepasseerd, waar de parking is, begint het echt. Je zal wat zien”, voorspelt Lucien Van Impe. “Het gaat er direct brutaal omhoog. Tot boven. Als ze willen koersen zoals ze vorig jaar deden, dan kan het een fantastische finale worden”, zegt de Oost-Vlaamse superklimmer van weleer. “Het is er heel steil. Het was de enige berg waar ik achteraan doorlopend met 25 tandjes reed. Dat was in onze tijd onze kleinste versnelling achterin. De Puy de Dôme is een berg voor klimmers die en danseuse naar boven gaan. Het is ook een col die met niets te vergelijken is. Het is alsof je rond een kerstboom op een slinger naar de top rijdt.”
Coppi in 1952
De eerste keer dat de Puy de Dôme de Tour haalde, was in 1952. Toen won de Italiaanse halfgod Fausto Coppi. De dertiende en laatste keer was in 1988, toen de Deen Johnny Weltz de ritzege pakte.
De Puy de Dôme stond in geen tijd in een lijst van legendarische Tourplaatsen zoals de Ventoux, de Tourmalet, de Galibier, Alpe d’Huez… Vooral de editie van 1964 is de Fransen bijgebleven, toen achter de rug van Julio Jiménez en Federico Bahamontes Jacques Anquetil duelleerde met Raymond Poulidor. Ze reden eerst zelfs schouder aan schouder naar boven, maar Poupou schoof daarna weg. Seconde per seconde. 56 tellen voorsprong had Anquetil in het klassement. Poulidor eindigde op de Puy de Dôme ruim voor Anquetil, maar hij zou uiteindelijk toch 14 seconden tekortkomen om de gele trui te veroveren.
Anquetil pakte zijn vijfde en laatste Tourzege. Het is ook niet toevallig dat de negende rit op zondag 9 juli start in Saint-Léonard-de-Noblat, waar de ondertussen bijna drie jaar overleden grootvader van Mathieu van der Poel altijd is blijven wonen.
Die dag van collectieve Franse trance is blijven hangen bij onder meer Tourbaas Christian Prudhomme, toen nog een peuter, maar na 1988 leek de Puy-de-Dôme als finish voor La Grande Boucle voltooid verleden tijd. Er was eerst een financieel dispuut tussen de eigenaars van de vulkaan en de Tourorganisator, waardoor de Tour wegbleef. Toen in 2012 een tandradbaan werd aangebracht op de niet eens zo brede weg, werd alle andere verkeer geweerd. Inclusief fietsers. Ondertussen was de lavakoepel Unesco-werelderfgoed en kwamen er extra beperkingen bij. De tandem Prudhomme-Gouvenou bleef echter onderhandelen met de beleidsmensen uit de Auvergne. Met als resultaat volgende zomer al een Tourfinish.
“Ik verwacht niet dat de Tour toeschouwers zal toelaten in de laatste vijf kilometer”, zegt tweevoudige eindwinnaar Bernard Thévenet. “Dat gebeurde al eerder bij de beklimming van Les Lacets de Montvernier in de Alpen”, aldus de Fransman. “Ik ben blij dat Tourbaas Prudhomme deze berg terughaalt in de Tour, ook al is het met zo weinig infrastructuur logistiek geen simpele onderneming.”
Cul-de-sac
“Boven is er ook helemaal niets”, herinnert Lucien Van Impe zich. “Het is een cul-de-sac ( doodlopende weg,red.). Een podium en wat camions, herinner ik me van toen. Meer plaats is er niet. Toen ik in 1975 won, kwam ik van het podium en waren er zelfs geen journalisten. Ik wist niet wat er gebeurde. Tot ik hoorde dat Eddy Merckx een slag in de lever had gekregen.”
De Allergrootste wordt niet graag herinnerd aan de editie van 1975. “Er was die klop in de lever die een toeschouwer me gaf”, aldus Merckx. “Ik kon de eerste zijn die het record van vijf Touroverwinningen van Jacques Anquetil kon breken. Het was in die tijd Merckx, Merckx en eigenlijk te veel Merckx. De sfeer in Frankrijk was toen eerder vijandig. Het publiek was opgehitst. Enkele dagen later brak ik door een aanrijding van Ole Ritter bij de start in Valloire ook nog mijn kaak. Anders won ik dat jaar een zesde keer de Tour, maar het werd een tweede plaats achter Bernard Thévenet.” De Puy de Dôme is een van de weinige mythische plaatsen waar Merckx nooit toesloeg. “In 1969 eindigde ik daar als tweede achter Pierre Matignon, die als allerlaatste in de stand te ver was weggereden. Het is een speciale berg. Het is eigenlijk voortdurend rechtdoor. Je draait rond de vulkaan heen. Echte bochten zijn er niet. Het is een col voor typische klimmers. De Puy de Dôme was altijd iets speciaals”, aldus de 77-jarige vijfvoudige Tourwinnaar. “Dat wordt het dit keer ook. Zeker weten.”
Hugo Coorevits
Het Nieuwsblad – 27 Okt. 2022