‘Het verstand op nul en gaan’
In het Franse Les Deux Alpes werden de Belgische kampioenschappen ski- en boardercross gehouden. Onze reporter schreef zich in en streed mee voor een ereplaats.
ARNE VANSTEENKISTE
Roeselare/Les Deux Alpes
‘Riders ready… Bam‘: het startschot van de tweede halve finale klinkt en vier snowboarders schieten uit hun starthok. Ondergetekende inclusief. Een nerveuze bedoening, want boardercross valt het best te vergelijken met motorcross, maar dan op sneeuw. Een afdaling met sprongen, scherpe bochten, poortjes en heel wat gedrum om toch maar als eerste beneden te zijn en door te stoten naar de volgende ronde.
Voor mij is dit allemaal nieuw. Ik voel me een amateur tussen profs en vraag nog snel wat raad aan de collega-boarders. De meest gehoorde? ‘Verstand op nul en gaan.’ Niet meteen de meest geruststellende tip, maar goed. Ik weet meteen wat ik mag verwachten.
Tips van kampioen
‘Materiaal is alles’, vertelt Anthony Smits, de regerende Belgisch kampioen, me op voorhand. ‘Zorg ervoor dat je board gewaxed is en goed glijdt. Daar kan je al heel veel mee winnen.’ Zo gezegd, zo gedaan. De avond voordien liet ik mijn snowboard onder handen nemen door plaatselijke mecaniciens. ‘Ook de de start is heel belangrijk. Aan de buitenkant wordt je weggeduwd, aan de binnenkant wordt je afgesneden.’ Ik volg de tips van de kampioen op en posteer me in het midden. Dat er daar nog plaats is, heb ik te danken aan een uitstekende eigen kwalificatie. Met een derde tijd van het hele pak, mag ik telkens als een van de eersten een startplek kiezen.
Ik ben vertrokken. Meteen na de steile start volgt een steile sprong. ‘Sprongen vermijdt je zoveel mogelijk. Je slikt ze in met de knieën. Met een sprong leg je immers meer afstand af’, aldus Smits. De sprong gaat goed. Als tweede neem ik de eerste bocht. ‘De lange bochten neem je aan de binnenkant, Voor korte bochten neem je de lijn zoals een rallypiloot zo doen. Breed inzetten en uitkomen, om zo weinig mogelijk snelheid te verliezen’, herinner ik me.
Ik probeer de raad op te volgen, maar de vele passages tijdens de kwalificaties en wedstrijden hebben diepe groeven in de ijzige sneeuw getrokken. Bovendien voel ik de hete adem van mijn tegenstanders in mijn nek. Af en toe tikken de uiteinden van de snowboards elkaar. ‘Volg je eigen lijn en verdedig die ook. Als een ander je dreigt weg te drummen, blijf je de ideale lijn volgen. Een van de twee zal uiteindelijk wel moeten remmen. Dat moet altijd je tegenstander zijn.’ Makkelijker gezegd dan gedaan.
Nooit opgeven
Ik speel haasje over met nummer drie. Opnieuw op de tweede plaats krijg ik een lichte duw van iemand achter me. Te weinig om te spreken over een fout, maar genoeg om mij in de fout te dwingen. Ik verlies even de controle en meteen ook de snelheid. Nummer drie passeert me en nummer vier volgt meteen daarna. Ik lig op slag laatste en slechts de eerste twee gaan naar de finale.
Ik trek me op aan de woorden van Belgisch kampioen Anthony: ‘Nooit opgeven. Ook al ben je laatste, zij voor je kunnen altijd fouten maken en dan ben je er zo weer bij.’ Ik probeer nog, maak me klaar om positie drie in te halen, maar het noodlot slaat toe. Een botsing met mijn tegenstrever brengt me uit evenwicht en in plaats van rond het volgende poortje te gaan, ram ik er dwars doorheen. Exit wedstrijd, met andere woorden.
Mijn deelname eindigt in de halve finale. Mijn oorspronkelijke doelstelling -niet afgaan als een gieter- behaal ik wel. Ik verlies van de latere gouden en zilveren medaille. Trouwens, mijn exit lag duidelijk niet aan de tips, want Anthony Smits verlengde zijn titel. Hij wist wel degelijk waarover hij sprak.