Frank Van Damme
5 december 2019
Een paar jaar geleden besliste ik om in plaats van met de auto naar het werk te rijden, de fiets te nemen.
De afstand leek me haalbaar, ongeveer 22 kilometer afhankelijk van hoe de bruggen en de slagbomen staan van de treinen en de boten die de haven bevoorraden. Het dagelijks parcours dat ik moet afleggen loopt grotendeels langs de Antwerpse kaaien, die zoals U wel weet, in volle heraanleg zijn. Best wel een leuk stukje rijden daar, er is altijd wel wat te zien. En na een tijdje merk je dat je regelmatig dezelfde fietsers tegenkomt, die ook dagelijks die route nemen om op hun werk (of naar huis) te geraken.
Het verbaasde me aanvankelijk hoe vriendelijk en goedgemutst de meeste fietsers waren die ik onderweg tegenkwam. Een babbeltje doen aan een stoplicht of een openstaande brug bleek al snel de normaalste zaak van de wereld, en ik merkte dat de norse automobilist in mezelf langzaamaan plaats maakte voor een veel socialere, aangenamere fietser. Ik begon mijn hand op te steken als ik een bekend gezicht zag naderen, en dat werd steevast beantwoord door een vriendelijke tegengroet. En om het voor mezelf wat plezanter te maken begon ik de vertrouwde gezichten namen te geven, omdat ze me soms aan bekenden deden denken. Zo komt het dat ik ‘Den Danny’, ‘Den Bolle’ en ‘De Marc’ regelmatig passeer en groet alsof het vrienden voor het leven zijn ….
Ik doe mijn woon-werkkilometers met een simpele maar oerdegelijke koersfiets. Niks fancy, een aluminium kader, degelijke Shimano-Ultegra onderdelen erop en een setje deftige wielen erin. Een echt werkpaardje dus. Wel een beetje een vreemde eend in de bijt aan het worden dezer dagen, gezien de indrukwekkende opkomst van de elektrische fiets. Low- of high-speed, doet er eigenlijk niet toe want de meesten gaan toch met gemak sneller dan 25 km/u. Populairste merken zijn uiteraard de Stromers, Riese & Mullers maar ook gekende racefiets-merken zoals Trek en Specialized. Poepdure fietsen allemaal van minstens €5.000, weliswaar meestal gesponsord door de betere werkgever die er een uitgekiend lease-programma voor aanbiedt. Het enige wat mijn werkgever me tot nu toe heeft aangeboden is een fietsrekje om mijn fiets te stallen, en o ja, een paar weken geleden kreeg ik ook nog een oude banaan. Dit volledig terzijde overigens.
Ik ontken dus niet dat ik eigenlijk wel een beetje jaloers ben op al die mooie en sjieke speed-pedelecs, en probeer mijn gram dan ook te halen door consequent te proberen het wiel te pakken van die mannen zodra ze me voorbijsteken. Soort van statement dat ik probeer te maken: “Probeer met je 500 watt-machine deze oude rakker op zijn goedkoop fietsje er maar eens af te rijden….”. Sommigen waarderen dan mijn inspanningen, meestal zijn dat zelf ook wielertoeristen die de geneugten van ‘in het wiel hangen’ kennen en zetten me dan met de nodige voorzichtigheid en handsignalen zalig uit de wind.
Anderen daarentegen worden écht nijdig en sjagrijnig als ze merken dat je het aandurft om gebruik te maken van hun slipstream en doen dan onvoorstelbare manoeuvres om me kwijt te geraken. Versnellen, vertragen, plots hard remmen en als dat niet helpt dan schelden ze je de huid vol. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat hun eerste reactie (versnellen) meestal voldoende is om me kwijt te geraken want 45 km/u kan ik wel eventjes aan, maar veel minder lang dan ik zou willen op mijn 58ste. Ik heb deze categorie fietsers in mijn hoofd ook een naam gegeven. Ik noem ze allemaal ‘Claude’.
Of in het Antwerps: ‘Kloot’.
Sinds gisteren heeft Claude voor mij een gezicht gekregen. In een filmpje dat viraal aan het gaan is komt hij duidelijk in beeld. Hij weigert doorgang te geven aan een vrachtwagen en eist dat die in de berm gaat rijden zodat hij niet opzij hoeft te gaan. Hij is werkelijk de belichaming van een nieuw soort verkeersgebruiker, die niet snapt hij nu een zwakke weggebruiker is die enkel kan overleven in het verkeer als hij de wet van de sterkste leert respecteren. Die klik kan Claude duidelijk nog niet maken en dat gaat hem misschien ooit zuur opbreken. Niet alle vrachtwagenchauffeurs stoppen braafjes om een filmpje te maken.
De ‘Claude’ kan je ook al van ver zien aankomen. Hij heeft gemiddeld een kilo of vijfentwintig overgewicht, een fluo vest, donkere broek en typische helm met viziertje, zoals Tom Cruise in Top Gun. Maar Claude is geen fietser. Claude is een automobilist die uit frustratie op een fiets is gaan zitten omdat hij beu is stil te staan in het verkeer. Hij heeft zijn geleasde BMW/Audi/Whatever geruild voor een geleasde Stromer/Riese&Muller/Whatever en raast nu over het fietspad op dezelfde arrogante, asociale manier zoals hij dat op de Antwerpse ring deed. Iedereen moet voor hem aan de kant, de vele Pk’s onder de motorkap zijn ingeruild voor evenveel Kw’s in het achterwiel en o wee als je het durft hem in de weg te rijden. Laat staan ‘in zijn gat gaan hangen’.
Voor alle duidelijkheid, ik heb van Claude een karikatuur in mijn hoofd gemaakt, het filmpje inspireerde me om een stukje te schrijven waar ik al lang zat op te broeden. Het is niet mijn bedoeling om de speed-pedelecs te stigmatiseren, er gaat tegenwoordig al voldoende polarisatie de wereld rond. Eerder zou ik willen pleiten voor nog meer wederzijds begrip in het verkeer waar we allemaal zoveel nood aan hebben. Zeker nu er zoveel Claudes rondrijden, zowel op koersfietsen als in luxe- en vrachtwagens. En ook wel een paar op speed-pedelecs 😉