Gravelraces, de nieuwe avontuurlijke hype van wielrennen
Wielrennen wordt een beetje tennis: als het van UCI-voorzitter David Lappartient afhangt, komt er binnenkort een officieel WK op gravel. Als aparte discipline is ‘gravelen’ niet alleen een hype, maar ook een gat in de markt voor de fietsindustrie. “Het laatste wat we willen, is dat de UCI gaat bepalen hoe hoog we onze sokken mogen dragen. Onze regel is net dat er geen regels zijn.”
Wat zijn gravelraces?
Kort door de bocht: massa-fietsevents op onverharde wegen. Op dit moment vooral groot in de VS, maar ook bij ons wint ‘gravel’ razendsnel aan populariteit. De grootste gravelrace is op dit moment de Dirty Kanza, waarbij renners 320 desolate kilometers afleggen in de Flint Mountains van Kansas. Er is onderweg geen bevoorrading en geen assistentie. Lekke banden moeten de deelnemers zelf vervangen.
De Dirty Kanza is de meest extreme vorm van gravelracen. Zelfs de allerbeste renners zijn zo’n tien uur onderweg. Maar ‘extreem’ is zeker geen vereiste om aan de kwalificatie ‘gravelrace’ te voldoen. Wanneer we Laurens ten Dam bellen, is hij net terug van de Low Gap, een gravelrace van net geen 70 kilometer in Californië. “Dat is net het leuke aan gravel. Elke race is anders. Soms is het Strade Bianche-achtig, asfalt afgewisseld met grindstroken. Soms leunt het aan bij mountainbiken: veel singletrack, met stenen op de weg. En dan heb je onze Nederlandse strandraces. De enige gemene deler is dat het steeds een avontuur moet zijn.”
Niet-ingewijden zouden kunnen denken dat de Strade Bianche een gravelrace is, maar dat klopt maar half. Het uitgangspunt is fout. Strade Bianche draait om winnen en dat matcht niet met het gravel-DNA. Volgens Ten Dam draait ‘gravel’ net zoveel om sfeer als om de specifieke ondergrond: “Na de Tour had ik een soort droom: Waarom zetten we nu niet alle ploegbussen in een grote kring op de Champs-Elysées om lekker samen te barbecueën? Natuurlijk hebben we eerst drie weken geprobeerd elkaar eraf te rijden, maar we zijn toch ook 180 jongens die om dezelfde reden zijn beginnen te koersen? In de Tour lukt dat niet, maar in gravelraces heb je dat sociale wel heel erg.”
Topsport of breedtesport?
In gravelraces rijden profs en amateurs samen. De insteek is dat je zelf bepaalt in hoeverre je er een echte race van maakt. De toppers rijden de Dirty Kanza om het eerst, de amateurs stoppen onderweg om een leuke Instagram-foto te maken in de antieke chaise longue die steevast naast het parcours staat. En na afloop drinkt iedereen samen een biertje. “Geen rivaliteit”, aldus Ten Dam.
De gravelraces zijn ontstaan om Amerikaanse wielertoeristen het gevoel van de Europese kasseiklassiekers aan te bieden. Er is een gravelrace die Barry-Roubaix heet. En de Belgian Waffle Ride zet zich in de markt als “the only Eurostyle Spring Classic on American Soil.” Het wonderbaarlijke is dat de kopie ondertussen populairder lijkt dan het origineel.
Dat heeft veel te maken met de fietsindustrie, die de hype gretig omarmt. Gravelfietsen bleken een gat in de markt: sneller dan een mountainbike, comfortabeler dan een crossfiets.
Op de recente editie van de beurs Velofollies leek de hele industrie rond gravel te draaien. “De hele markt gaat erop los”, aldus Ten Dam. “Schoenen, kledij,… Shimano heeft in zijn nieuw GRX-platform zelfs een specifieke gravel-derailleur.” (lacht)
Gravel vertegenwoordigt een nieuwe markt en is nu commercieel zo interessant dat EF Education-teammanager Jonathan Vaughters races als de Dirty Kanza opgenomen heeft in het programma van enkele van zijn World Tour-renners.
“Dat begrijp ik helemaal”, zegt Ten Dam. “In de VS is de Dirty Kanza winnen publicitair veel interessanter dan een rit winnen in de Giro. Ik verwacht dat andere teams straks ook gaan deelnemen.”
De verhouding tussen de ‘niche’ gravel en ‘grote broer’ wegwielrennen is zo aan het kantelen. Veelzeggend: Vaughters wilde voor dit seizoen Colin Strickland aantrekken, vorig jaar de winnaar van de Dirty Kanza. Hij dacht dat die het goed zou doen in Parijs-Roubaix. De transfer is niet doorgegaan omdat Vaughters Strickland niet hetzelfde kon betalen als wat hij momenteel verdient als ‘gravel-coureur’.
Hoe past de UCI in het verhaal?
Het korte antwoord: helemaal niet. Toen UCI-voorzitter David Lappartient tijdens de Tour Down Under aankondigde dat de internationale wielerbond een officieel WK gravel wil organiseren, reageerde de ‘community’ niet enthousiast. “Dat viel op, hé”, zegt ook Ten Dam.
De regelneverij die de UCI hoe dan ook meebrengt, gaat heel erg in tegen de ‘vrije spirit’ van gravelracen. Ten Dam: “Een race waarin we elkaar het licht in de ogen niet gunnen omdat we per se allemaal wereldkampioen willen worden, die richting mag het niet uitgaan. Bovendien zal de Dirty Kanza altijd het officieuze WK blijven. Je kan wel het Nederlands kampioenschap schaatsen op natuurijs organiseren, maar de Elfstedentocht zal altijd de real deal zijn. Het laatste dat we moeten hebben, is de UCI die het gravel binnenkomt en gaat bepalen hoe hoog we onze sokken mogen dragen. (lacht) Onze enige regel is net dat er geen regels zijn.”
Jan-Pieter de Vlieger
Het Nieuwsblad/Sport Roeselare-Tielt-Izegem – 12 Feb. 2020