Afscheid van Roger Decock (1927-2020)

De laatste der Mohikanen: “Je stond voor de eeuwige jeugd”

Roger, ons afscheidsgesprek is er niet gekomen, buiten jouw en mijn wil om. Dankzij je kleindochter Veronique beluisterde je vorige week nog een audiobericht van mij. Je knikte, want praten was te moeilijk geworden. Na Roger de renner was Roger de verteller noodgedwongen einde verhaal. Je wist goed dat de finish nu zeer dichtbij was in een ronde die dik 93 jaar duurde.

Cockske’ was niet alleen de oudste ” van Vlaanderen-winnaar, maar hij was als verteller ook een geschenk voor zijn sport

Roger, het was de allerlaatste keer dat je veel mensen hebt verrast. Enkel intimi wisten dat je er de laatste drie weken niet zo goed voor stond. Er was wel die ingreep in december aan de slokdarm, maar op Velofollies, noch op de opening van de tentoonstelling ‘Heeren, vertrekt!’ gaf je een krimp.

Een flandrien klaagt en zaagt niet en kan al wat meer verdragen. Maar bij het doopsel van Viktor, een van je achterkleinkinderen, moest je kleur bekennen: Cockske bleef thuis. Het kostte te veel moeite. Toen je ook voor de eerste en enige keer een tuinman moest vragen om het gras af te rijden, had je het begrepen. Je zei tegen je naasten dat je blij was dat je een mooi, afwisselend en lang leven had gekregen en dat je thuis wilde afronden. En niet in een ziekenhuisbed.

Decock wordt gefeliciteerd met zijn zege in de Ronde. 

Het leven stopte op Pinksterzondag. Dat van de bijna acht jaar oudere Briek Schotte op Paaszondag, zestien jaar geleden. Alsof je ook voor de laatste finish niet wou onderdoen voor IJzeren Briek. De Ronde van Vlaanderen was iets wat jullie beiden bond. Jullie jaarlijkse hoogdag.

Authentiek verhaal

Ik heb je niet live zien koersen. Daarvoor ben ik net iets te jong, maar er is het palmares, waarbij Parijs-Nice 1951 en de Ronde van Vlaanderen 1952 eruit springen. Zelf vond je de Grote Prijs Briek Schotte in Desselgem van 1949 ook iets hebben. Ergens waren jullie generatie- en regiogenoten, maar ook tegenstanders. Op die koude dag van de Ronde van 1952 kwam je Schotte en Loretto Petrucci tegen, die nog maar pas Milaan-Sanremo had gewonnen. In de sprint stond er geen maat op de man die door zijn kleindochter Veronique Coene en Guido Van Cauwenberghe vereeuwigd werd in het boek Roger Decock: sluw en slim.

In een tijdperk met onder anderen Schotte, Bobet, Van Steenbergen, Derycke, de oude Bartali en Coppi was het ook niet evident om een erelijst bijeen te rijden, maar op je eigen manier schreef je een authentiek verhaal. Je reed slechts twee keer de Tour, maar met je menselijke daad op de Aubisque trad je in de Tourgeschiedenis. Jij was het die de in de ravijn gestorte Wim van Est van een tragisch einde redde. Ook al verloor je daar 25 minuten en schoot je er een goed klassement bij in: er stond een mensenleven op het spel.

“‘k Goa ne keer zeggen” . Foto Guido Vansteenkiste – 2016

Roger, je hield echt van de mensen. In je sappig West-Vlaams was je een geboren verteller. Telkens je zei “‘k Goa ne keer zeggen” wist ik dat er een fantastisch verhaal volgde. Het was altijd straf omdat het dateerde uit vervlogen jaren, toen de koers zo anders was als nu. Een van je evergreens die je vertelde ging over de ochtend van die gewonnen Ronde van 1952. Voor de start sommeerde een apotheker uit Menen je om je volledig te ontkleden. Hij wreef je van kop tot teen in met een zalf, waardoor je ondanks het sneeuwwater en de koude dacht dat je de hele dag naast een “stove ” (kachel) reed.

Luchtfietsen

Roger, je stond voor de eeuwige jeugd. Je zwoer bij een gezonde geest in een gezond lichaam. Je was decennialang cafébaas in Izegem en in Tielt, maar zelf dronk je naar eigen zeggen geen vingerhoedje bier. Bewegen was je geheim. Bij het opstaan was er de ochtendgymnastiek, tot een uur lang. Inclusief luchtfietsen op het bed.

Roger Decock samen met wielerkenner Jan-Felix Billiet. Foto Guido Vansteenkiste – 2016

De Ronde van Vlaanderen was je lang leven. Meer nog dan op die 6 april 1952 in Wetteren genoot je er een halve eeuw later nog van. Jouw Aarsele werd het ‘Dorp van de Ronde’ – zelfs Eddy Merckx kwam je groeten. Maar toch bleef je niet in dat verleden hangen. Je was tot de laatste dag gepassioneerd door sport en wielrennen in het bijzonder. Zo hield je ervan om tijdens het Gala van de Nieuwsblad-Flandrien de jonge renners te spreken. Jouw idool was Greg Van Avermaet, maar je keek evenveel op naar Evenepoel, Stuyven en gaf tips aan Teuns. Je was een fantastische ambassadeur voor het wielrennen. Je kon zo goed vertellen dat profs van nu aan je lippen bleven hangen.

Cover van zijn boek in samenwerking met zijn kleindochter Veronique Coene .

Dit voorjaar was je mistroostig omdat de Ronde van Vlaanderen werd afgelast. Je zei dat het nog slechter was dan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Geen sport meer op tv, een lijf dat met de dag meer tegenspartelde en de vereenzaming door de coronatijd: beetje bij beetje trok het leven weg uit een schone, eenvoudige mens, die de laatste van de Mohikanen was. Met jouw heengaan is de oudste flandrien verdwenen. Ik ben blij je gekend te hebben. Rust zacht, Roger.

Hugo Coorevits, Het Nieuwsblad – 01 Jun. 2020

Roger Decock

Geboren op 20 april 1927 in Izegem
Overleden op 31 mei 2020 in Aarsele

Ploegen:

1949: Arliguie-Hutchinson, 1950: Alcyon-Dunlop, 1951: Bertin, 1952-1954: Bertin-d’Alessandro, 1955: Van Hauwaert-Maes Pils en in de Giro: Eldorado-Girardengo, 1956-1958: Faema-Guerra-Clément, 1959: Flandria-Dr. Mann, 1960: Dr.Mann-Dossche Sport, 1961: Wiel’s-Flandria, 1962: Wiel’s-Flandria

Belangrijkste overwinningen:

1949: GP Briek Schotte Desselgem
1951: Kampioenschap van Vlaanderen Koolskamp, eindwinst in Parijs-Nice
1952: Ronde van Vlaanderen
1954: Scheldeprijs, drie ritten in de Ronde van België
1957: Nationale Sluitingsprijs Putte-Kapellen

Download hier de rouwbrief en doodsprentje

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.