Edgar Billiet fietst in 730 km naar alle hoogste toppen van België: “Een beetje stram de dag nadien”
De straffe stoot van Maxim Pirard kent u: 1008 km rondom Vlaanderen. Wat Edgar Billiet deed, was zo niet nóg straffer. Hij linkte alle hoogste toppen van België aan elkaar, goed voor een tocht van 730 km en liefst 7680 hoogtemeters.
Oliver Naesen reed aan de zijde van Maxim Pirard eens 365 kilometer en Giulio Ciccone zat bijna elf uur op zijn rollen om een ‘Everesting’-challenge te voltooien. Wat profrenners ondernemen, kan ik beter, moet Edgar Billiet gedacht hebben. De 26-jarige Kortrijkzaan vatte het plan op om alle hoogste punten van ons land aan elkaar te fietsen. Hij ging nauwgezet te werk om niets aan hrt toeval over te laten tijdens zijn marathontocht.
“Ik vertrok zondagmiddag thuis in Kortrijk met het plan om tegen maandagavond terug thuis te komen. Als eerste stond de Kemmelberg op het menu. Daarna volgden alle andere hoogste toppen per provincie”, legt Billiet uit.”De Hotond (Oost-Vlaanderen) en de Signal de Botrange (Luik) zijn bekend, maar voor andere provincies kwam er een stafkaart aan te pas. Bij het hoogste punt van Vlaams-Brabant kwam ik bijvoorbeeld in Sint-Genesius-Rode terecht in een doodgewone straat in een villawijk aan de rand van het Zoniënwoud. ”
Thema-ritjes
Billiet is geen profrenner, zijn fietstochten zijn louter recreatief. Toch is de pas afgestudeerde student slavistiek en economie niet aan zijn proefstuk toe. “Ik probeer altijd een thema te hebben als ik ga rijden. Zo reed ik eens de grens van Kortrijk af, of fietste ik eens naar de bron van de Schelde. Vorig jaar trouwde een bevriend koppel in Umbrië, een provincie in het midden van Italië. Ik ging met de auto naar daar, maar keerde dan ook met de fiets terug.”
Zijn huzarenstukje van vorige week blijft wel zijn strafste prestatie. “Hoe langer de afstand, hoe meer het mentale aspect begint door te wegen. Voorheen reed ik nooit langer dan 400 km, dus het was voor mij ook wel wat spannend”, geeft hij toe.
“Ik nam twee keer een halfuurtje pauze voor een powernap. Mijn tussenstopjes hield ik in tankstations om een koffietje te halen. In Mechelen stopte ik ook wel eens in een pittazaak om de reserves wat aan te vullen. Vooral in de afdalingen ’s nachts had ik het lastig, omdat je lichaam dan niet geprikkeld wordt en je benen stilvallen. Het mooiste moment beleefde ik toen de zon maandagochtend opkwam: mijn lichaam warmde volledig op na een koude nacht.”
Pizza
“Toen ik thuiskwam stond mijn vriendin klaar met pizza. Ik heb er gulzig twee naar binnen gewerkt en slapen ging niet zo vlot als ik dacht. Mijn bioritme was om zeep omdat ik door de nacht gefietst had. De volgende dag was ik wel een beetje stram, ja (lacht).”
“Mijn volgende uitdaging? Nu zit ik voorlopig nog even goed, maar deze zomer wou ik meedoen aan de Transcontinental Race ( een bikepackingwedstrijd met checkpoints, waarbij deelnemers volledig zelfvoorzienend meer dan 4200 km moeten afleggen, nvdr.), maar die is nu afgelast door het coronavirus. Als dat volgend jaar nog in de planning past, doe ik graag mee.”
Het Nieuwsblad 30 april 2020
Super, de naam Billiet waardig